PERS

Droomachtige situaties
door Cees Straus, 1988
deze tekst is geschreven voor de publicatie over Rien Bout bij de solotentoonstelling in Galerie Van Mourik te Rotterdam

Wie het werk van Rien Bout bekijkt, ontkomt niet aan de speciale sfeer die het uitstraalt. Er doen zich voortdurend dingen voor, er zijn zaken gaande waarmee de kijker op het verkeerde been wordt gezet. Het gaat niet zozeer om verschuivende betekenissen in de inhoud van zijn voorstellingen, maar om de atmosfeer die om alles hangt. Je kunt de inhoud beschrijven, de feitelijke gegevens op een rijtje zetten, maar daarmee is aan de innerlijke waarde van het werk nog geen recht gedaan. Je blijft met vragen zitten over het hoe en waarom. Over de inhoud wordt wel verantwoording afgelegd, maar die blijkt in feite zo abstract te zijn dat je alleen door veel zoeken en tasten tot de kern kan doordringen. Om er dan achter te komen dat de schilder je graag op een dwaalspoor wil zetten: de weg naar de essentie van de dingen is in feite wat hij schildert.
          Bouts schilderijen hebben veel met mystiek te maken, ze gaan over datgene wat achter de alledaagse waarheid staat. Dat klinkt religieus, maar geloofswaarden zijn zijn werk vreemd. Wel is hij zich bewust van de meerwaarde die de dingen in het leven hebben. Dat er een niet te omschrijven ‘besturing’ achter de loop van het leven zit. Hij kijkt daar met de naïviteit van een renaissancist naar die zojuist de donkere middeleeuwen achter zich heeft gelaten. Hij realiseert zich dat er zoveel meer is dan de alledaagse werkelijkheid, maar dat je er geen werkelijke greep op kunt krijgen, tenzij je je overgeeft aan een roes of dromen. Rien Bout tript niet, hij schildert wel droomachtige situaties.
          Zijn hang naar mystiek kwam al in zijn jeugd tot uiting. Die jeugd werd in een kindertehuis doorgebracht en als daar de zondag werd uitgeluid en het Ave Verum van Mozart weerklonk, gaf dat de jonge Rien Bout elke keer een trilling van emotie. Nu ziet hij als de voedingsbron voor zijn mystieke belangstelling de opvatting die hij destijds ook al koesterde, namelijk dat de werkelijkheid niet genoeg is. Het alledaagse bestaan is saai, voor wie de samnhang niet ziet. Als kind gebruikte hij het tekenen – want talent kwam er al vroeg uit- als een ontsnappingspoging, om er dingen mee op te roepen en concrete beelden mee te scheppen van iets dat niet tastbaar zichtbaar is. Zo creëerde hij voor zichzelf een nieuwe werkelijkheid die buiten het bestaan in het kindertehuis lag...

Tekst toevoegen.